Interview Bohdana Hloza
















Hoe is het om als Oekraïense vluchteling in Nederland te wonen?

1.    Hoe heet je en hoe oud ben je? Waar kom je precies vandaan? En hoe lang ben je al in Nederland?

Hoi, ik heet Bohdana Hloza en ik ben 28. Ik kom uit het westen van Oekraïne, uit de stad Lutsk. Ik ben hierheen gekomen met mijn twee dochtertjes Emilia (5) en Olivia (2) en met mijn moeder. Mijn moeder komt uit het zuiden van Oekraïne, uit de regio Nikolaev.

2.    Waarom heb je voor Nederland gekozen als land van bestemming? Ken je hier mensen of ben je hier eerder geweest?

Er zijn twee kerken in het noorden van Nederland die in contact staan met mijn kerk in Oekraïne. Ik ken de voorgangers en sommige mensen uit die kerken. Uit mijn kerk zijn er veel mensen naar het noorden van Nederland gevlucht. Ik ben nog nooit eerder in Nederland geweest, maar ik heb voor Nederland gekozen omdat veel van mijn kennissen ook naar Nederland gingen. Maar ik wist niet precies waar in Nederland ik uiteindelijk terecht zou komen. Mijn dichtstbijzijnde Oekraïense vrienden zitten nu in Woudenberg. Soms gaan we bij elkaar langs.

3.    Hoe vind je het tot nu toe in Nederland? Welke verschillen zie je tussen Oekraïne en Nederland?

We zijn natuurlijk heel blij dat we nu veilig zijn. We zitten bij geweldige mensen in huis.

Voordat ik naar Nederland kwam, had ik al wel Nederlanders ontmoet, dus ik wist wel een beetje hoe het leven hier was. Jullie leven hier heel anders dan in Oekraïne: alles wordt hier dagen van tevoren gepland, van uur tot uur. Ook het eten is echt anders. Daarnaast kan je hier niet zomaar naar een dokter-specialist gaan voor je medicijnen: heel veel medicijnen die je bij ons heel makkelijk kunt kopen, krijg je hier alleen op recept. Het onderwijs is anders georganiseerd en de lessen ook. Maar goed, we kunnen lang praten over alle verschillen en die blijven vergelijken. Waar het uiteindelijk om gaat, is hoe je er zelf mee omgaat en in hoeverre je bereid bent om je aan te passen om zo de transitie makkelijker te maken. Je kunt uiteindelijk aan alles wennen en je aan alles aanpassen. Het heeft alleen wat tijd nodig.

4.    Zijn er dingen waarbij je nu hulp zou kunnen gebruiken? Ben je bijvoorbeeld op zoek naar (vrijwilligers)werk?

Ik zou natuurlijk graag aan werk gaan, maar dat blijkt nog niet zo makkelijk. Ik kan als moeder van twee kinderen niet altijd werken, want ik kan bijvoorbeeld mijn jongste dochtertje niet de hele dag naar een kinderopvang brengen. En dan is er nog het halen en brengen van en naar school van mijn oudste dochter: school is 11 km verderop, en ze is al om 14 uur klaar. Ik haal en breng de kinderen samen en daar ben ik veel tijd aan kwijt: ik ga op de fiets en een enkele reis duurt 40 minuten. Maar het is te duur om de kinderen steeds met de auto te brengen en te halen. En straks is het zomervakantie, dus dan gaan de kinderen helemaal niet naar school of naar de opvang.

Hoe ik hier zou kunnen werken, is ook echt niet te vergelijken met wat ik thuis deed. Daar werkte ik fulltime, elke dag van 8.30 tot 17.30 uur, vanuit huis. Ik werkte in de humanitaire hulp: ik regelde de administratie voor hulptransporten en maakte rapporten over hoe we gedoneerd geld besteedden.

Ik kan nu soms wat vrijwilligerswerk doen om mijn dagen wat interessanter te maken. Dan kan ik mijn moeder vragen om af en toe op mijn jongste dochter te passen terwijl de oudste op school zit.

Ik heb nu besloten om te proberen na de zomervakantie meer kinderopvang te regelen en een baan te vinden, als we dan niet al terug kunnen naar Oekraïne.

Terug naar boven

 
terug